Theorie

Nulmeting
Om te kunnen bepalen of iemand achteruitgaat door dementie, is een nulmeting belangrijk. Zo’n nulmeting wordt gedaan voordat er achteruitgang is. Er wordt dan in kaart gebracht hoe iemand oorspronkelijk functioneert en welk gedrag hij of zij oorspronkelijk vertoont. Dit noemen we het karakteristieke functioneren en gedrag.

Het advies is om bij mensen met (Z)EV(M)B rond 35 jaar een nulmeting te doen.

Herhaalmeting
Bij een herhaalmeting wordt opnieuw gekeken naar het functioneren en gedrag. Dit gebeurt als er vermoedens zijn dat de persoon achteruitgaat of na een afgesproken periode. Is er achteruitgang ten opzichte van de eerdere meting? Dan kan er sprake zijn van dementie.

Vragenlijsten
Bij mensen met een verstandelijke beperking worden voor nul- en herhaalmetingen vaak dementievragenlijsten gebruikt. Een gedragskundige of psychodiagnostisch medewerker vult deze samen met begeleiders en/of familieleden in.

Veel vragenlijsten ongeschikt
De meeste dementievragenlijsten voor mensen met een verstandelijke beperking zijn (deels) niet geschikt voor mensen met (Z)EV(M)B. Want er staan vragen in over vaardigheden die ze niet hebben ontwikkeld en die bij hen dus niet achteruit kunnen gaan.

Nieuw diagnostisch hulpmiddel
Met het nieuwe diagnostische hulpmiddel voor dementie bij mensen met (Z)EV(M)B kunnen gedragskundigen en psychodiagnostisch medewerkers nul- en herhaalmetingen doen die aansluiten bij deze doelgroep.

Dit hulpmiddel bevat vragen voor begeleiders en/of familieleden over veranderingen die ze de laatste zes maanden hebben gezien bij iemand met (Z)EV(M)B. Er zijn vragen over cognitie, taal en spraak, gedrag, eten en drinken, persoonlijke verzorging, motoriek en bijkomende gezondheidsproblemen.

De vragenlijst is ook geschikt voor mensen met (Z)EV(M)B die niet kunnen praten en/of lopen.

Het nieuwe diagnostische hulpmiddel vind je op vb-dementie.nl. Let op: de vragenlijst wordt afgenomen door een gedragskundige of psychodiagnostisch medewerker.

Bekijk ook de video: