De ervaringen van Cato’s familie en de betrokken zorgmedewerkers

Zus Susan
Ik maak me zorgen om Cato. Ze gaat echt achteruit. Ik ben bang dat ze dementie heeft, want dat komt bij ons in de familie vaker voor. Ik heb dit aangegeven bij de woonbegeleiders, maar zij herkennen het niet.

Er is geen gedragskundige of arts voor verstandelijk gehandicapten bij de woning betrokken, dus ik weet niet goed wat we nu moeten doen.

Susan

Begeleider van de zorgboerderij Jaap
Ik zie dat Cato hard achteruitgaat. We passen nu heel veel aan, maar eigenlijk heeft ze voortdurend één-op-één-begeleiding nodig. Ze snapt niet meer wat ze moet doen en vergeet veel. Ook trekt ze zich terug, terwijl ze altijd zo sociaal was en van de gezelligheid genoot.

Bij de woning zien ze geen verschil, en ze zeggen dat ze dit altijd al deed. Onze dagbesteding is aangesloten bij een grote instelling, dus ik heb een gedragskundige gevraagd om te kijken of er sprake kan zijn van dementie.

Jaap

Gedragskundige Ellen
De begeleider van Cato’s dagbesteding heeft me gevraagd om mee te kijken. Ik heb een aantal vragenlijsten afgenomen om na te gaan of ze dementie heeft. Doordat Cato lang thuis heeft gewoond en er bij het ouderinitiatief geen gedragskundige betrokken is, zijn er eerder geen nulmeting en herhaalmetingen gedaan.

Om dementie vast te kunnen stellen, moet er een duidelijke achteruitgang zijn op verschillende gebieden. Daarvoor is het belangrijk dat ik de gegevens van nu kan vergelijken met die van eerder. Helaas kan dat niet omdat in het verleden geen metingen zijn gedaan.

Bij het invullen van de Dementieschaal voor mensen met een verstandelijke handicap (DSVH) en de Dementievragenlijst voor Verstandelijk Gehandicapten (DVZ) bleken een aantal vragen voor Cato niet van toepassing te zijn.

Ellen
Vorige Volgende